Wednesday, June 4, 2014

Castel Sant'Angelo & Città del Vaticano & Casetta di Trastevere & basilica di Santa Maria in Trastevere & Pantheon














Het Mausoleum werd gebruikt als onderdeel van de verdedigingsmuur rond Rome en werd later omgebouwd tot fort waarna het dienst deed als pauselijke residentie en tenslotte werd het ook nog gebruikt als kazerne en militaire gevangenis. Nu doet het gebouw dienst als nationaal museum.
Het Mausoleum van Hadrianus
Het Castel Sant’Angelo werd oorspronkelijk door keizer Hadrianus gebouwd als persoonlijk Mausoleum. De bouw werd in 123 n.C. aangevat en duurde tot 139 n.C., tijdens de regeerperiode van de opvolger van Hadrianus, Antoninus Pius.

Het gebouw bestond uit een wijde vierkante basis met een breedte van 89 meter waarop een cirkelvormig met zuilen omringd blok stond. Hierop werd een grafheuvel aangelegd met op de top een standbeeld van een strijdwagen geleid door Hadrianus. Het mausoleum was verbonden met de stad aan de andere kant van de rivier door middel van een nieuw gebouwde brug, de pons Aelius. De brug is nu gekend als de Pont Sant’Angelo. De vele standbeelden die de brug sieren werden pas later, tijdens de Renaissance toegevoegd.

In het mausoleum werden de lichamen van keizer Hadrianus en al zijn opvolgers tot en met Caracalla opgebaard.
Pauselijk toevluchtsoord
Castel Sant'Angelo gezien vanaf de Ponte Sant'Angelo
Zicht vanaf de Ponte Sant'Angelo
In de periode van 270 tot 275 n.C., tijdens de constructie van de Aureliaanse Muur, werd het Mausoleum van Hadrianus versterkt en in de verdedigingsmuur ingewerkt. Van toen af werd het gebouw dat nu Castel Sant’Angelo genoemd werd, geleidelijk aan omgebouwd tot fort. In 1277 kwam het gebouw in bezit van het pausdom die het gebruikte als toevluchtsoord indien er gevaar dreigde.

Een geheime gang, de Passetto di Borgo genoemd, verbindt het Castel Sant’Angelo met het Vaticaan. De gang werd tijdens de plundering van Rome in 1527 gebruikt door paus Clemens VII en zijn Zwitserse Wachten om zich te beschermen tegen het leger van Charles de Bourbon.
Interieur
Castel Sant'Angelo Interieur
In Castel Sant'Angelo
Maar zelfs in dit fort zorgden de pausen ervoor dat ze een goed onderkomen hadden. De pauselijke appartementen in het Castel Sant’Angelo hebben prachtige kamers versierd met fresco’s. Onder de appartementen bevinden zich verscheidene verdiepingen waar onder andere gevangenissen en zelfs een martelkamer lagen. Een spiraalvormige gang die deel uitmaakte van het oorspronkelijke mausoleum leidt tot helemaal onderaan het gebouw.
Engelenbeeld
Dakterras van het Castel Sant'Angelo
Het dakterras
Op de top van het fort, uitkijkend over een panoramisch terras, staat een standbeeld van een engel. Het werd gemaakt door de 18e eeuwse Vlaamse beeldhouwer Pieter Verschaffelt. Het bronzen standbeeld verving een eerder, marmeren beeld. Het beeld toont een engel die, volgens een legende, in 590 bovenaan het fort verscheen en op miraculeuze wijze de pestepidemie die de stad op dat moment teisterde deed verdwijnen. Hierna werd het gebouw Castel Sant’Angelo genoemd.







Vaticaanstad, dat ook gekend is als de ‘Heilige Stoel’, heeft ongeveer 800 inwoners, maar niemand woont er permanent. De bevolking van dit kleine gebied verandert constant en bestaat uit priesters, nonnen, wachters, kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en natuurlijk de paus. Ondanks de uiterst beperkte oppervlakte heeft Vaticaanstad meerdere toeristische attracties waaronder het St. Pietersplein, de St. Pietersbasiliek en de Vaticaanse Musea.
Geschiedenis van Vaticaanstad
De omwalling van Vatikaanstad
Omwalling
Vaticaanstad was niet altijd zo klein. In het midden van de 19e eeuw bestreken de pauselijke staten nog zo’n 44.000 vierkante km. Na de strijd om de Italiaanse eenmaking maakten deze staten deel uit van het nieuwe land Italië. De macht van de paus werd afgeschaft en het pauselijk territorium werd beperkt tot het Vaticaan. In 1929 gaf het verdrag van Lateranen de Heilige Stoel automonie, waardoor dit klein gebied officiëel een onafhankelijke staat werd. De stadsstaat heeft zijn eigen militaire bescherming, de vreemd uitgedoste Zwitserse Wachten.
St. Pietersplein
Bezoekers komen Vaticaanstad meestal binnen via het uitgestrekte St. Pietersplein. Dit prachtige piazza is een plein dat in het midden van de 17e eeuw door Bernini werd aangelegd tijdens het pontificaat van paus Alexander VII en Clemens IX. Langs het cirkelvormige plein staan twee grote zuilengangen met 284 Dorische zuilen die in rijen van 4 geplaatst zijn. Daarbovenop staan 140 beelden van heiligen.

St. Pietersplein, Vaticaanstad
St. Pietersplein
In het midden van het plein staat een 25,31 meter hoge obelisk die door Caligula in 38 n.C. uit Heliopolis, Egypte naar Rome gebracht werd. Aan weerszijden van de obelisk staan fonteinen. De fontein aan de rechterkant werd gemaakt door Carlo Maderno, de andere door Carlo Fontana. Op dit plein komen vaak duizenden mensen samen om de mis of een zegening door de paus bij te wonen. Vooral tijdens religieuze feesten zoals Pasen kan het hier erg druk zijn.
St. Pietersbasiliek
Paleis van de Goeverneur-generaal, Vaticaanstad
Goeverneurspaleis
Binnenplein van de Vaticaanse Musea, Rome
Binnenplein van de
Vaticaanse Musea
De St. Pietersbasiliek, de belangrijkste kerk ter wereld, is het meesterwerk van het Vaticaan. De eerste steen van deze kerk werd meer dan 500 jaar geleden gelegd, in 1506. Er zijn te veel prachtige altaren en monumenten om op te noemen maar zelfs diegenen die geen kunstliefhebbers zijn zullen onder de indruk zijn van de pracht en praal van de kerk. Zo vind je hier werken van de bekende beeldhouwer en architect Gian Lorenzo Bernini evenals de Pietà van Michelangelo.

De enorme koepel van de St. Pietersbasiliek is bereikbaar via een lift. Van daaruit moeten nog eens 323 treden beklommen worden om te kunnen genieten van een van de mooiste uitzichten op de stad Rome.
Vaticaanse Musea
Naast de St. Pietersbasiliek kan je hier ook de Vaticaanse Museabezoeken, een uitgestrekt museum met een van de belangrijkste kunstverzamelingen ter wereld. Hier kan je wereldberoemde werken als de schilderingen in de Sixtijnse kapel en Stanze van Rafaël bewonderen naast talloze historische beelden zoals de Lacoön en Apollo del Belvedere.
Casetta di Trastevere












Santa Maria in Trastevere

From Wikipedia, the free encyclopedia
Basilica of Our Lady in Trastevere
Basilica di Santa Maria in Trastevere(Italian)
Santa Maria in Trastevere front.jpg
Façade of Santa Maria in Trastevere
Basic information
LocationRome, Italy
Geographic coordinates41°53′22″N12°28′11″ECoordinates41°53′22″N 12°28′11″E
AffiliationRoman Catholic
Ecclesiastical or organizational statusMinor basilica
Leadershipvacant
Architectural description
Architect(s)Carlo Fontana
Architectural typeChurch
Direction of façadeE
Groundbreaking4th century
Completed1143
Specifications
Length56 metres (184 ft)
Width30 metres (98 ft)
Width (nave)16 metres (52 ft)
The Basilica of Our Lady in Trastevere (ItalianBasilica di Santa Maria in Trastevere) is a titular minor basilica, one of the oldestchurches of Rome, perhaps the first in which Mass was openly celebrated. The basic floor plan and wall structure of the church date back to the 340s. The first sanctuary was built in 221 and 227 by Pope Callixtus I and later completed by Pope Julius I[1][2]

History[edit]


Madonna and Child at the top of the campanile.
The inscription on the episcopal throne states that it is the first church dedicated to Mary, mother of Jesus, although some claim that privilege belongs to the Basilica di Santa Maria Maggiore. In its founding it is certainly one of the oldest churches in the city. A Christian house-church was founded here about 220 by Pope Saint Callixtus I (217–222) on the site of the Taberna meritoria, a refuge for retired soldiers. The area was given over for Christian use by the Emperor Alexander Severus when he settled a dispute between the Christians and tavern-keepers, saying, according to the Liber Pontificalis"I prefer that it should belong to those who honor God, whatever be their form of worship." In 340 Pope Julius I (337–352) rebuilt the titulus Callixti on a larger scale, and it became the titulus Iuliicommemorating his patronage, one of the original twenty-five parishes in Rome; indeed it may be the first church in which Mass was celebrated openly.[citation needed]
It underwent two restorations in the fifth and eighth centuries. In 1140-43 the church was re-erected on its old foundations under Pope Innocent II.[3] Innocent II razed the church to the ground, along with the recently completed tomb of the Antipope Anacletus II, his former rival. Innocent II arranged for his own burial on the spot formerly occupied by the tomb.[4]
The richly carved Ionic capitals reused along its nave were taken either from the ruins of the Baths of Caracalla[5] or the nearby Temple of Isis on the Janiculum. When scholarship during the 19th century identified the faces in their carved decoration as Isis, Serapis andHarpocrates, a restoration under Pius IX in 1870 hammered off the offending faces.[6]
The predecessor of the present church was probably built in the early fourth century although that church was the successor to one of the tituli, those Early Christian basilicas that were ascribed to a patron and perhaps literally inscribed with his name. Although nothing remains to establish with certainty where any of the public Christian edifices of Rome before the time of Constantine the Great were situated, the basilica on this site was known as Titulus Callisti, based upon a legend in the Liber Pontificalis which ascribed the earliest church here to a foundation by Pope Callixtus I (died 222), whose remains, translated to the new structure, are preserved under the altar.[citation needed]

Interior[edit]


13th-century mosaics in the apse

Mosaic of the Annunciation by Pietro Cavallini (1291)
The present nave preserves its original (pre-12th century) basilica plan and stands on the earlier foundations. The 22 granite columns with Ionic and Corinthian capitals that separate the nave from the aisles came from the ruins of the Baths of Caracalla, as did the lintel of the entrance door. Inside the church are a number of late 13th-century mosaics by Pietro Cavallinion the subject of the Life of the Virgin (1291) centering on a "Corontation of the Virgin" in the apse. Domenichino's octagonal ceiling painting, Assumption of the Virgin (1617) fits in the coffered ceiling setting that he designed.[citation needed]
The fifth chapel to the left is the Avila Chapel designed by Antonio Gherardi. This, and his Chapel of S. Cecilia in San Carlo ai Catinari are two of the most architecturally inventive chapels of the late seventeenth century in Rome. The lower order of the chapel is fairly dark and employs Borromini-like forms. In the dome, there is an opening or oculus from which four putti emerge to carry a central tempietto, all of which frames a light-filled chamber above, illuminated by windows not visible from below. The church keeps a relic of Saint Apollonia, her head, as well as a portion of the Holy Sponge. Among those buried in the church are the relics of Pope Callixtus IPope Innocent II,Antipope Anacletus II, Cardinal Philippe of Alençon and Cardinal Lorenzo Campeggio.[citation needed]

Piazza di S. Maria in Trastevere as it was at the end of the 17th century (G.B. Falda, engraving).

Exterior[edit]


12th-century mosaic of the Virgin Marywith the infant Jesus flanked by 10 women holding lamps.
The Romanesque campanile is from the 12th century. Near the top, a niche protects a mosaic of the Madonna and Child. The mosaics on the facade are believed to be from the 12th century. They depict the Madonna enthroned and suckling the Child, flanked by ten women holding lamps. This image on the facade showing Mary nursing Jesus is an early example of a popular late medieval and renaissance type of image of the Virgin. The motif itself originated much earlier, with significant seventh-century Coptic examples at Wadi Natrun in Egypt. The façade of the church was restored by Carlo Fontana in 1702, who replaced the ancient porch with a sloping tiled roof— seen in Falda's view— with the present classicizing one. The octagonal fountain in the piazza in front of the church (Piazza di Santa Maria in Trastevere), which already appears in a map of 1472, was restored by Carlo Fontana.[who?][7]

The titulus[edit]

Ancient sources maintain that the titulus S. Mariae was established by Pope Alexander I around 112. Later traditions give the names of the early patrons of the tituli and have retrospectively assigned them the title of cardinal: thus at that time, the cardinal-patron of this basilica, these traditions assert, would have been Saint CalepodiusPope Callixtus Iconfirmed the titulus in 221; to honor him it was changed into Ss. Callisti et Iuliani; it was renamed S. Mariae trans Tiberim by Innocent II.[citation needed] By the 12th century cardinal deacons as well as the presbyters had long been dispensed from personal service at the tituli. Among the past Cardinal Priests holding the honorary titulus of Santa Maria in Trastevere, have been the Cardinal Duke of York (whose coat of arms, topped by a crown rather than a galero (red hat), is visible over the screen to the right of the altar), James Gibbons , Pope Leo XII and Józef Glemp. The incumbent Cardinal-Priest is Loris Francesco Capovilla - the oldest living cardinal.[citation needed]




  



Pantheon
Pantheon, Rome
Pantheon
Het Pantheon maakt met zijn zware bakstenen muren en grote marmeren zuilen onmiddellijk indruk op bezoekers. Maar voor die tijd was het vooral de meer dan 43 meter hoge koepel van het gebouw die zo indrukwekkend was. Het duurde tot de bouw van de kathedraal van Florence in 1436 vooraleer men een grotere koepel wist te bouwen. Bovenaan de koepel is een grote opening, de oculus, die de enige bron van licht is in het gebouw.

Het voorportaal heeft drie rijen van acht zuilen, elk met een diameter van anderhalve meter. Een enorme bronzen deur geeft toegang tot het cylindrische bouwwerk. De diameter ervan is exact gelijk aan de hoogte van 43,3 meter.
Interieur
Pantheon interieur
Interieur
Oorspronkelijk was dit een tempel voor alle Romeinse goden, maar in het jaar 609 werd het in gebruik genomen als christelijke kerk. Het Pantheon bevat nu de tombes van de bekende kunstenaar Rafaël en van verscheidene Italiaanse koningen. Het kerkelijke interieur contrasteert nu met de structuur van het gebouw maar de marmeren vloer van het Pantheon - met een ontwerp bestaande uit een reeks van geometrische figuren - is nog steeds het origineel.
Eerdere Tempels
Pantheon
Pantheon gezien vanaf
Piazza della Rotonda
piazza della Minerva
Zicht vanaf
Piazza della Minerva
Voordat het huidige Pantheon gebouwd werd stonden hier eerder twee andere tempels. Het eerste, een traditioneel rechtlijnig gebouw in een T-vorm, werd gebouwd in 27 v.C. door keizer Marcus Agrippa, schoonzoon van keizer Augustus. De tempel was gewijd aan de goden Mars en Venus. Het brandde af in 80 n.C. maar werd door keizer Hadrianus heropgebouwd. In 110 n.C. werd de tempel echter getroffen door bliksem en het brandde weer volledig uit. In 118 n.C. gaf keizer Hadrianus de opdracaht een nieuwe tempel te bouwen, dit keer met een volledig nieuw, cirkelvormig ontwerp. Ditmaal zou het Pantheon het heel wat langer uithouden.
De Koepel
Het grootste probleem dat de Romeinen tijdens de constructie van de nieuwe tempel tegenkwamen was het enorme gewicht van de grote koepel. Om deze te kunnen ondersteunen zonder te beschikken over de materialen die men tegenwoordig gebruikt, werd de dikte van de muren gradueel verminderd naarmate men hoger kwam. Tevens werd een ander type materiaal gebruikt voor de koepel dan voor de muren. De basis van de tempel bestond uit enorm dikke muren, maar liefst zes meter dik. Aan de top van de koepel werd een lichter type beton gebruikt en minderde de dikte tot amper 2,3 centimeter aan de oculus. Het gebruik van cassettes in het plafond evenals de opening in het centrum hielpen mee het gewicht van de koepel te verkleinen.
De Zuilen
De enorme zuilen van het portaal van hebben een gewicht van 60 ton. Ze waren afkomstig van een steengroeve in Egypte en werden per schip helemaal naar Rome getransporteerd. De zuilen ondersteunen een fronton dat een opschrift bevat dat de bouw van het
Piazza della Rotonda
Piazza della Rotonda
Pantheon toeschrijft aan Marcus Agrippa ook al werd het in feite door Hadrianus gebouwd.
Piazza della Rotonda
Het Pantheon ligt aan het Piazza della Rotonda, een rechthoekig plein met in het centrum een fontein en obelisk. Het vaak door toeristen belegerde plein is gelegen in het oude hart van Rome, niet ver van het Piazza Navone.


No comments:

Post a Comment